'Rosquetes' de Semana Santa

Van dit recept wordt gezegd dat het zo oud is als Cádiz zelf, waar het dan ook vandaan komt.

Vroeger maakten de vrouwen het deeg in kuipen in de 'patios' (binnenplaatsen) en vertelden ze elkaar tijdens het kneden dagelijkse gebeurtenissen of de laatste roddels. Ze gaven de 'rosquetes' vorm en brachten ze daarna op een bakplaat naar de bakkerij in de buurt, waar ze tegen een kleine betaling in houtovens werden gebakken. In deze moderne tijden is deze traditie nauwelijks nog bewaard gebleven maar 'rosquetes' worden nog steeds gemaakt, vooral zo rond Pasen. Voor wie wil kan het natuurlijk ook op een gewone dag, als ontbijt of voor bij de koffie.

Ingrediënten: 16 eetlepels olie, 14 eetlepels volle melk, 14 eetlepels suiker, 1 ei, meel (de hoeveelheid die opgenomen kan worden), een geraspte citroen, 2 theelepels groene anijs, 1 theelepel gemalen kaneel, olijfolie.

Bereidingswijze: Verwarm de over voor op 180ºC-200º C. Bak de groene anijs in een grote pan met hete olie en leg ze apart voordat ze aanbrandt. Maal met een vijzel.

Laat de olie afkoelen en voeg daar melk, suiker, gemalen kaneel, de groene anijs en een half geklutst ei aan toe. Meng de meel beetje bij beetje erdoorheen. Zorg ervoor dat dit deeg een textuur krijgt waarmee 'donut'vormen gemaakt kunnen worden; een goede test is door er een bal van te maken aan de tegels van de muur blijft hangen. Om het deeg goed uit de pan te halen wrijf de handen in met wat olie.

Bestuif het aanrecht met wat bloem en kneed het deeg daar verder. Haal kleine balletjes uit het deeg, rek die uit tot een ronde colindervorm en geef ze vorm van een soort 'donut'. Leg ze stuk voor stuk op een bakplaat met bakpapier of siliconen vel en bak dan gedurende 17-20 minuten goudbruin. Laat daarna afkoelen.

Dit is het basisrecept, maar er kan van alles aan toegevoegd worden, zoals room of honing. Ze kunnen beschilderd worden met eidooier, een geheel ronde vorm hebben of zelfs in de vorm van een ronde vlecht.